Wereldbouw – de taicapry van Berinyi

Oorspronkelijk geplaatst op 10 maart 2019 op website De vergeten vloek

Wil je meer te weten komen over de wereldbouw van De vergeten vloek? Lees dan hier over de verschillende menselijke wezens van Berinyi.

Pas op! Als je niet van spoilers houdt en de boeken nog moet lezen, dan is het misschien niet raadzaam om door te lezen. Ben je nieuwsgierig en wil je het graag weten, lees dan gewoon verder.

Een tekening van een Ana-taicapry zwaardvechter uit Hary Rud

Getekend door Marjo Heijkoop

Taicapry

Een taicapry is een menselijk wezen met een gemiddelde lengte van 2,25 meter. Op zijn hoofd groeit meestal een flinke bos haar en uit zijn schedel steken twee hoorns. De onderbenen van een taicapry lijken nog het meest op die van een bok of paard, met hoeven. Een taicapry is een hoefganger, zoals een paard dat is. Hun handen hebben de vorm van klauwen, met lange nagels die ingetrokken kunnen worden. Een taicapry kan goed ver- en hoogspringen, en bereikt ook met rennen hoge snelheden. Omdat hij op hoeven loopt, maakt hij een typisch klossend geluid wanneer hij door een stad loopt of in een gebouw. Bij sommige beroepen draagt een taicapry speciale laarzen. Wanneer hij op een ruimteschip gaat werken, worden zijn hoorns afgezaagd. Dat heeft alles te maken met het dragen van een speciale helm.

Taicapry zijn van nature jagers en leven voornamelijk in bergachtige streken, in bossen of op de grote vlaktes en bij de grote meren van Berinyi5, de grootste planeet van het Koninkrijk Berinyi in de Rosettenevel. Ze zijn geschapen door Chimaera, de Zwarte Draak, die door de taicapry Sana wordt genoemd en de schepper is van alle vijf de planeten van Berinyi.

De prooidieren van taicapry-jagers bestaan uit buffels, beren, herten, zalm en bergratten. In de nog ongerepte natuurgebieden hebben zij een heel eigen cultuur. De meeste taicapry leven in stammen en ver uit de buurt van de steden waar de taikeiyi leven (de mensen die eruit zien zoals wij). Er zijn wel een paar taicapry groepen die in Engelenstad zijn gaan wonen, in het district Angelorum en in de steden Jaipur en Goa van het district Haryana. Ook in Bengalostad komen langzamerhand steeds meer taicapry te wonen nadat Sylviana Attholred koningin is geworden.

Taicapry die zich aanpassen aan de levenswijze van de taikeiyi bewijzen vaak hun diensten in de Berinese Ruimte Macht, als agent bij de Berinese politie of als lijfwacht voor de koningin. Ze zijn erg goede vechters die speciale zwaarden kunnen hanteren waarin magie verweven zit. In man tegen man gevechten worden ze nogal eens gebruikt bij militaire operaties. Behalve zwaardvechters zijn er ook goede boogschutters. De vrouwelijke taicapry staan bekend om hun heerlijke taarten waar mana in verwerkt is, dat een speciaal effect heeft op de magisch getalenteerde bevolking die hierdoor extra magische energie toegediend krijgt.

Taicapry die in stammen leven, wonen vooral in de districten Shabda, Mohenjo, Madras, Haryappan, Indora, Haryana en Deliyi. In de hoofdstad van Angelorum, Engelenstad, hebben de taicapry die zich aangepast aan de levenswijze van de taikeiyi en ook in de buurt van de ruimtehavens van Goa, Bengalo en Saiappan leven de taicapry tussen de taikeiyi bevolking. Na verloop van tijd krijgen deze mensen een lichtere huidskleur, waar aan te zien is dat ze in een stadsomgeving leven en niet in een natuurgebied waar de stammen zijn.

Er zijn drie soorten taicapry.
1. De Daro-taicapry die oorspronkelijk uit bosrijke gebieden van Mohenjo komen zijn nogal breed gebouwd en hebben een groene huid met lichtblond, rood en donkerblond krullend haar. Meestal hebben ze donkerbruine of donkergroene ogen. Hun horens zijn meestal flink gedraaid met aan het eind een scherpe punt.

2. De Appan-taicapry die oorspronkelijk in waterrijke gebieden zoals van Haryappan leven, hebben een blauwe huid, blauwe ogen en sluik lang zwart haar. Appan-taicapry hebben korte, rechte horens.

3. De Ana-taicapry komen uit bergachtige streken, zoals het Capry hooggebergte in Haryana. Zij hebben een goudbruine huid en bruin haar en groene of bruine ogen. Hun lange hoorns staan recht overeind maar krijgen bij de ouderen aan het einde soms een vertakking.

Taicapry die de stamhouders zijn van hun familie zijn vaak werkzaam in de visserij, de landbouw of de tuinbouw. Of ze hebben Taicapry winkels, zoals een bakkerij, slagerij, viswinkel, groentewinkel, een wapenhandel of gereedschapszaak.
Taicapry die geen stamhouder zijn proberen bij de politie, de BRM of bij een landeigenaar in dienst te gaan.
Taicapry leren in hun stam bijzondere vechttechnieken met gevaarlijke wapens. Dit zijn meestal handwapens voor tweegevechten. Ze zijn ook goed met verdediging door middel van schilden en defensieve ontwijktechnieken. Als ze aanvallen gaat dat met bijzonder veel kracht en snelheid. Bij BRM leren ze al snel ook de wapens van ruimteschepen optimaal te gebruiken.
Taicapry bezitten zelf geen magie maar ze kunnen wel magie verwerken in de voorwerpen en gerechten die ze maken. De taicapry smeden die magische zwaarden kunnen maken zijn legendarisch en ook de heerlijke taarten die taicapry vrouwen in speciale ovens bakken, met geheime recepten die ze nooit aan een taikeiyi prijs zullen geven.
Het taicapry-ras op Berinyi bestaat uit evenveel mannen als vrouwen. Zij hebben dus niet de problemen die bij het taikeiyiras speelt waar een disharmonie bestaat tussen de aantallen mannen en vrouwen. Die disharmonie was er op Berinyi nooit, totdat de bannelingen van Chyndyro, de taikeiyi, shoikeiyi en shoiaviony er kwamen te wonen.

Taicapry komen voor in De vergeten vloek deel 2 – Smeulend venijn – van Johanna Lime.
Ze zullen ook weer in deel 3 van deze trilogie een rol spelen.

Johanna Lime